Doe je laarzen aan, pak de snoeischaar en ga druiven plukken, alvorens ze plat te stampen en te persen. Op het indrukwekkende Domaine du Closel, bij Savennières in de Maine-et-Loire, kun je je elk jaar begin oktober voor een dag wijnboer wanen. Een verslag.
Aankomst bij Domaine du Closel
In de grote eetkamer van het majestueuze Château des Vaults, tussen de versierde lijsten en verguldsels, is Evelyne de Pontbriand aan het werk. Het is 12 uur en de wijnboerin van Domaine du Closel maakt zich klaar om de leerling-wijnplukkers te ontvangen. Het landgoed ligt in de velden van de beroemde appellation Savennières, 15 km van Angers. Voordat de plukkers de wijngaarden ingaan verwelkomt Evelyne ze met een biologische brunch gemaakt door de plaatselijke kok Sofiane. De twaalftal gasten wrijven hun ogen uit bij het zien van het rijkelijk gevulde buffet. Het is de eerste verrassing voor de gelegenheidswijnboeren die normaal gesproken werken als boekhouder, medisch secretaresse, kok, boer of archivist. “We komen speciaal hiervoor uit Bretagne”, zeggen Catherine en Martine. “Toen we een paar weken geleden een bezoek brachten aan het landgoed hoorden we van dit concept.” De gesprekken verlopen vlot tussen twee happen door, besprenkeld door wijn van het huis. Als de laatste kruimels zijn weggeveegd is het tijd om het kamp op te breken. De groep verlaat de chique eetkamer, doet z’n laarzen aan en gaat op weg naar de wijngaarden.
Met de snoeischaar de wijngaard in!
Je moet even wat klimmen, een bruggetje over en struinen door het groen om bij de heuvel te komen waar de schatten van de bacchanten groeien. “Je staat hier op het snijvlak van het Parijse bekken en het Armoricaans Massief”, legt Evelyne de Pontbriand uit. De voormalige lerares Frans volgde haar moeder Michèle op in het familiebedrijf in 2001. “We verbouwen hier al 600 jaar wijn. Daarom moeten de wijnranken met respect behandeld worden, want het zijn oude dametjes. Pak allemaal een emmer en een snoeischaar. Hup, aan het werk!” Het groepje wapent zich met de benodigdheden, kiest een pad en gaat aan de slag. “Let erop dat je niet de onrijpe druiven plukt. Dat zijn de kleine groene druifjes die een zure smaak geven aan de wijn.” Hier en daar hoor je gelach. “Stop met het stelen van mijn druiventrossen!”, roept Patrick vrolijk naar een van zijn medeplukkers. De veertiger is hier met twee jeugdvrienden om hun verjaardagen te vieren. De echtgenotes zijn ook mee, net als de meisjes Emma en Julie die van het ene pad naar het andere rennen.
De wijnboerin vertelt gepassioneerd
De bazin van het landgoed strooit her en der met goede raad en geeft antwoord op vragen van nieuwsgierigen. “Hoe groot is de wijngaard?” vraagt Daniel, een gepensioneerde uit de Oise die hier met zijn vrouw is. “15 hectare, niet zo heel groot. We produceren kleine hoeveelheden”. “Hoeveel kastelen vervaardigen de appellation Savennières?” “Dat zijn er 14, best bijzonder voor een dorp van 2000 inwoners!”. “Exporteert u veel?” “Ongeveer 60% van de productie, vooral naar Noorwegen en de Verenigde Staten”. Een wijn met internationale faam dus. Lodewijk XI noemde hem ‘de gouden druppel’ en Lodewijk XIV raakte van slag toen hij de château de Serrant proefde.
Geheimpjes van de wijnproductie
“We letten goed op het milieu”, legt Evelyne de Pontbriand uit. “Ik ben van mening dat de wijn smaakt naar zijn omgeving. We nemen daarom het onkruid niet weg en de bomen in de omgeving regelen de waterhuishouding. Brandnetelmest zorgt voor de fotosynthese…” De hoeveelheid zon en de grond,bestaande uit leisteen vermengd met zandsteen of met vulkanisch gesteente, hebben invloed op de druif. “De plukperiode is ook belangrijk. De wijngaard bloeit in juni en als we de druiven 100 dagen later plukken smaken ze naar verse vruchten. Tien dagen later bespeur je iets van peer. En nog iets later wordt dat honing.”
Dan is het persen aan de beurt!
Na twee uur van zoete arbeid zijn de emmers al aardig vol. Het is tijd om ze naar de vrachtwagen te brengen. “Mooie oogst!”, glimlacht de bazin. Dan vertrekken ze naar een klein lokaal, opgetrokken uit oude stenen van de streek. Daar wacht Bruno Perray, eigenaar van de wijnkelder van het landgoed, de groep op. Terwijl hij geamuseerd toekijkt wordt de groep uitgenodigd hun schoenen uit te trekken om de druiven met hun voeten aan te stampen. Ze persen hun oogst terwijl ze met vereende krachten tegen de houten stang van de oude pers duwen. Het sap dat er uit voortvloeit heet la bernache. Het wordt in flessen gedaan voor de wijnboeren die daarmee hun productie kunnen starten.
En een proeverij als afsluiter
Via de prachtige Engelse tuin lopen de gasten naar de laatste etappe van de dag in de bibliotheek van het kasteel. Hier zullen ze zich laven aan een kleine proeverij van de wijnen van het landgoed. Een goed moment om flessen in te slaan en voor Evelyne de Pontbriand om nog enkele anekdotes te vertellen, als altijd gepassioneerd. “Het is te gek”, zegt Patrick enthousiast, “om op deze manier kennis te maken met het vak van wijnboer. Zo’n totaalbeleving komt niet vaak voor”. De deelnemers vertrekken met een stralende blik. Eén ding is zeker: ze zullen een fles wijn nooit meer met dezelfde ogen bekijken.