Le chateau d'Ardennes

Eigendom van de familie Colas de Malmusse (gelieerd aan de families Le Meilleur des Marais, Ballan, Chancerel en Jogues), die het huidige kasteel lieten bouwen. De familie Colas verwierf dit "adellijke land" van de families Barrin de La Galissonnière en Biré de Bouaye, die garennes en een duiventil in de Ardennen hadden. Het rechtsgebied werd bestuurd door de families Léauté des Mellerais, Gigault, Courant, Coussays, Magouet de Bouée, Orhant de La Souchais, Cormier en Letourneux, die allemaal notaris of advocaat waren en die samen met de families Ecomard, Meignen, Nau en Plaintive het Cahier de Doléances van Sainte-Pazanne schreven.
Het landgoed werd later verkocht aan de familie Guillet de La Brosse. Jules Guillet de La Brosse werd benoemd tot burgemeester van Sainte-Pazanne, na de Markies de Charette in 1878, en redde de prachtige houten beelden in de oude kerk, die nu de Ardennenhal sieren. Kolonel Deslondes, adjudant van generaal Moulin, bezette de Ardennen met het 8e Bataljon van Parijs. Het gemeentehuis van Sainte-Pazanne, dat toen La Franchère heette, gaf hem op 8 Thermidor 1794 een certificaat waarin stond dat hij de orde had hersteld.

Het hele landgoed is privébezit en er zijn geen rondleidingen.