EGLISE NOTRE DAME DE L'ASSOMPTION

Aan het begin van de 19e eeuw had de parochie een kleinere kerk, niet ver van de huidige kerk. In 1845 verklaarde de Conseil de fabrique dat deze "te vervallen was om gerepareerd te worden en te klein om te voldoen aan de behoeften van de steeds groeiende bevolking". De wederopbouw werd daarom toevertrouwd aan de heer Levêque, een architect uit Fontenay Le Comte. De werkzaamheden begonnen in 1847 en duurden 3 jaar. Bepaalde elementen van de binnenhuisdecoratie van de oude kerk werden opnieuw gebruikt, zoals het witmarmeren hoofdaltaar, de altaren van de Maagd en Johannes de Doper, de preekstoel, het koorgestoelte en de grote iepenhouten Christus, het werk van de beeldhouwer Grootaers-Donon uit Nantes. Het project om de decoratie te voltooien werd opgesteld door Victor Clair, de departementale architect, en vond plaats tussen 1850 en 1880. De gebrandschilderde ramen met afbeeldingen van Saint Joseph, Saint Louis, Saint Joan of Arc en het Heilig Hart werden in 1926 geïnstalleerd. Ze werden gemaakt door Luc Fournier, een glasschilder uit Tours.